Labgids.be

Het creatinine-gehalte in het bloed wordt bepaald door spiermassa en nierfunctie. Pas als minder dan de helft van de nierfunctie is overgebleven (GFR <  50 ml/min)  zal het creatinine-gehalte in bloed verhoogd zijn. Creatinine in plasma is verhoogd bij acute en chronische nierinsufficiëntie, shock, dehydratatie, acromegalie, hyperthyreoïdie en door overmatige vleesconsumptie.

 

Op basis van het serumcreatinine rapporteren we tevens een geschatte GFR-waarde, genormaliseerd voor een volwassen patiënt van 1.73 m² lichaamsoppervlakte. Deze wordt berekend met de CKD-EPI-formule voor blanke patiënten. Voor patiënten afkomstig uit Zwart-Afrika dient deze eGFR nog met een factor 1.16 te worden vermenigvuldigd. Deze waarde kan enkel worden gebruikt bij een stabiele nierfunctie, niet bij een acute of snel toenemende nierinsuffiëntie.

 

De CKD-EPI formule is gevalideerd voor personen >=18 jaar. Deze is minder accuraat bij mensen met extremen in spiermassa, beperking van dietair eiwit, inname van creatine, extrarenaal metabolisme van creatinine of behandeling met medicatie die renaal tubulaire secretie beinvloeden.

GFR Categories in Chronic Kidney Disease (CKD)

GFR Category, GFR (mL/min/1.73 m²), Interpretatie

G1, >=90 (mL/min/1.73 m²), Normaal of verhoogd*

G2, 60-89 (mL/min/1.73 m²), Milde afname*
G3a, 45-59 (mL/min/1.73 m²), Milde tot matige afname
G3b, 30-44 (mL/min/1.73 m²), Matig tot zware afname
G4, 15-29 (mL/min/1.73 m²), Zware afname

G5, <=14 (mL/min/1.73 m²), Nierfalen

*In afwezigheid van evidentie voor nierschade, voldoet noch GFR categorie G1 noch G2 de criteria voor CKD (Kidney Int Suppl 2013;3:1-150)