Analyse

0-9 a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Down syndroom 1ste trimester - serum - 1 buis
Ordernr.2514
AnalysenaamDown syndroom 1ste trimester - serum - 1 buis
AanvraagformulierBloed en Urine (klinische chemie - hematologie)
Synoniemen1e trimester screening, trisomie, PAPP-A
Eenheid
Opmerking extern
De bloedafname moet plaatsvinden tussen 8w0d en 14w1d zwangerschap. Daarnaast kan de nekplooimeting enkel ingebracht worden bij CRL-waarden van 45 tot 84 mm. Bij de aanvraag zijn klinische gegevens onontbeerlijk vandaar dat een (blauw) formulier met klinische gegevens verplicht moet worden ingevuld en toegevoegd bij de aanvraag. Hierop wordt onder andere gevraagd naar geboortedatum, zwangerschapsduur, echografische gegevens (CRL, NT), gewicht op moment van bloedafname, ethnische origine, rokersstatus, kunstmatige conceptie, diabetes mellitus, voorgaande gevallen van Down...
Klinische informatie
Bij de 1ste trimester screening wordt rond 10-11 weken zwangerschap gescreend naar het risico op trisomie 21 (= syndroom van Down) bij de foetus. Daarnaast wordt het risico op trisomie 18 (= syndroom van Edwards) berekend, al is de 2de trimester screening daarvoor meer geschikt.
 
De screening is voornamelijk gebaseerd op 3 parameters: 2 bloedparameters die op een eenvoudige bloedafname bij de zwangere vrouw kunnen bepaald worden. Dit zijn de eiwitten PAPP-A (=Pregnancy-associated plasma protein A) en beta-hCG (=human chorionic gonadotropin). In het geval van trisomie 21 is PAPP-A verlaagd en beta-hCG verhoogd. De 3de paramater is de nekplooi. Deze wordt echografisch bij de gynaecoloog gemeten.. In het geval van trisomie 21 is deze verhoogd.
 
Aangezien deze 3 parameters sterk afhankelijk zijn van het moment van de zwangerschap waarop ze gemeten zijn, alsook van het gewicht van de moeder, worden deze parameters uitgedrukt in MoM (= multiples of median). Hiervoor worden de waarden vergeleken met de waarden van een referentiepopulatie. De MoM is de breuk met de berekende waarde in de teller en de waarde van de referentiepopulatie in de noemer.
 
In een gesofisticeerde software (SSdwLab6) wordt het risico vervolgens berekend op basis van allerhande mathematische formules. Hierbij wordt ook rekening gehouden met externe factoren die invloed kunnen hebben op de risicoberekeningen zoals leeftijd van de moeder, roken, diabetes mellitus, ethnische origine. Uiteindelijk worden er 3 risico’s berekend: het risico op T21, het biochemisch risico op T21 (i.e. zonder de nekplooimeting) en het risico op T18. Er is sprake van een verhoogd risico als het risico hoger is dan 1/300.
 
In het geval van een verhoogd risico, kan er in samenspraak met de gynaecoloog besloten worden om verdere testen uit te voeren om tot een zekerheidsdiagnose te komen.
Externe links
 
 
Recipiënt 1e keuzeserum
Minimale hoeveelheid1 buis
Afnamecondities
/
Transportcondities
/
Stabiliteit 4°C
DringendNee
Uitvoerfrequentie3 x /week
Antwoordtijd1-3 dagen
Accreditatie (BELAC 377-MED)Nee
Aanrekening
DoorstuuranalyseJa
CategorieBiochemie
Referentiewaarden
Referentiewaarden laatste wijziging
bijlage